Gedurende den tijd dat Pastoor Peen te Vaassen de herderstaf droeg, had de wreede dood ook “De Cannenborch” bezocht en achtereenvolgens waren de kasteelheer Frederik Johan van Isendoorn à Blois en diens echtgenoote Anna Margaretha Josepha Renesse van Elderen overleden; hij op den leeftijd van bijna 72 jaren, 8 Juli 1771; zij ruim 72 jaren oud, 27 Juli 1775. Uit dit huwelijk waren 9 kinderen geworden, waarvan de oudste Reinier Carel “de Cannenborch” erfde en hiermede beleend werd in het jaar 1776. Hij was lid van l’Etat noble de Liège, onder de naam van Graaf van Blois, majoor der cavalerie in keizerlijk Oostenrijkschen dienst, kamerheer van den keizer, geattacheerd aan ’t Hof te Brussel tot 1794 enz. Hij stierf in het jaar 1802, doch reeds 19 jaren tevoren op den 16en Juni 1783 had hij de voorvaderlijke burcht getransporteerd op zijn jongeren broeder Jan Hendrik. Deze die te Vaassen geboren was 20 Jan. 1727, was eerst majoor in het regiment van zijn vader, werd later geadmitteerd in de ridderschap van het land van Luik, evenals zijn broeder onder den naam van graaf van Blois en huwde te Vaassen den 15en Sept. 1783 met Maria Anna Charlotta Josepha, baronnes von Venningen, dochter van Carel Philip Theodoor, baron von Venningen, president van het Hof in de Paltz en van Maria Anna von Hutten zu Stolzenberg.
In het jaar toen de nieuwe burchtvrouwe op “De Cannenborch” hare intrede deed, was zooals we weten Pastoor Peen naar Duistervoorde vertrokken en was als Pastoor op den Oosterhof gekomen Joannes Henricus Rentink, die op 23 Aug. 1784 aan de doopvont stond en de smet der erfzonde afwies bij een jongen van Isendoorn, maar die ook de laatste afstammeling zou zijn van zijn beroemd geslacht, namelijk: Frederik Carel Theodoor, baron von Isendoorn à Blois van de Cannenborch. In het doopboek komt deze inlijving bij de strijdende kerk als volgt voor:
“23 Augcustus 1784 Baptizatus est Perillustris ac Generosus Fredericus Carolus Theodorus filius Perillustris ac Generosi Domini Joannis Henrici D’Isendoorn à Blois Domini de Cannenburg et Perillustris et Generosae Dominae Matris Carolina de Venningen.”
In de doopacte staat Carolina de Venningen, terwijl de Moeder toch heette: Maria Anna Charlotta Josepha. Wellicht een vergissing van pastoor Rentink? Van pastoor Rentink is ons niets naders bekend geworden, dan dat hij na ruim 6 jaren pastoor op den Oosterhof te zijn geweest (hij had in Juni 1783 aldaar zijn intrede gedaan) op den 10en November 1789 te Vaassen overleed. In het begraafboek der Nederduitsch Gereformeerde gemeente, ook de katholieken werden immers, in of om de oude kerk begraven, vonden we de volgende aantekening:
“1789 10 Nov. is de heer J.H. Rentink, Rooms priester overleden en den 16 dito begraven.”
Ons zijn vanaf het jaar 1761 de aantallen katholiek gedoopten bekend geworden, die we als slot van dit vervolg, tot het jaar waar we nu aan toe zijn, laten volgen:
Katholiek gedoopten te Vaassen:
1761 | 20 | 1776 | 19 |
1762 | 26 | 1777 | 20 |
1763 | 14 | 1778 | 24 |
1764 | 20 | 1779 | 20 |
1765 | 20 | 1780 | 23 |
1766 | 14 | 1781 | 21 |
1767 | 22 | 1782 | 22 |
1768 | 19 | 1783 | 23 |
1769 | 20 | 1784 | 31 |
1770 | 23 | 1785 | 19 |
1771 | 15 | 1786 | 21 |
1772 | 16 | 1787 | 32 |
1773 | 20 | 1788 | 17 |
1774 | 23 | 1789 | 28 |
1775 | 15 |
Bovenstaande cijfers gelden voor de kinderen uit de wettige huwelijken. In 1782 werd er bovendien één onwettig kind gedoopt; in 1785 eveneens één en in 1789 een tweetal.
Bronnen:
- Registrum Memoriale Parochiae