Pieterson. Hij huwde op 30 oktober 1925 te Groningen met Elsien Pieterson (1896-1976).
- Hervormd predikant Adorp 1925;
- Oostermeer 1928;
- Oosterend (Frl.) 1932;
- Vaassen 1937-1945 (emer.).
1945-1967.
sche conferentie ‘Faith and Order’ in Edinburgh.
op 29 april 1946 gewoon secretaris-penningmeester van de Bond van Nederlandse Predikanten. In deze functie werkte hij bijna 20 jaar nauw samen met voorzitter L.H. Ruitenberg. Tevens volgde hij D. Boer op als secretaris van de Pensioenraad van de Nederlandse Hervormde Kerk en als lid van de Commissie (later Raad) voor de predikantstraktementen.
was tevens een fervent schaker – een goed onderhandelaar. Hij heeft zich voornamelijk op drie terreinen bewogen: de opbouw van de predikantstraktementen, de verbetering van de pensioenen en de organisatie van collectieve verzekeringen voor de predikanten. Hij volgde het werk aan de nieuwe kerkorde kritisch en waarschuwde voor overhaasting. De financiële nood van een belangrijk aantal emeriti en predikantsweduwen was in de jaren ’50 nog steeds groot.
Van Deelen streed (niet zonder botsingen) voor prioriteit van een goede traktements- en pensioenregeling boven het enthousiasme voor de nieuwe
ontwikkelingen in zending en diaconaat, en later, in 1961, de kerkbouwactie: “De leiding der kerk moet haar aandacht richten op de hoofdzaak, dat is een behoorlijke bezoldiging en pensionering van hen, die door hun pastoraat de
kerk in stand houden”. Hij kwam steeds op voor een in alle opzichten hoog niveau van de predikant.Van Deelen bewerkstelligde de samenbundeling van de vele provinciale, classicale en gemeentelijke pensioenfondsen. Het Bondsbureau groeide onder zijn leiding uit tot een drukbezocht centrum voor adviezen. Als secretaris van de Bond nam hij
een onafhankelijke positie in t.o.v. de kerkelijke gremia. In gevallen van een misstap van een predikant kon hij solidair blijven. Zonder te moraliseren probeerde hij tot het uiterste – desnoods tegen de regels in – te zorgen dat het betreffende gezin niet ten onder ging. Het steunfonds, door de predikanten zelf opgericht en gefinancierd, ging in 1960 samenwerken met de sectie maatschappelijk werk onder de predikanten vanwege de Algemene Diaconale Raad en kreeg een eigen leidster, mw. W.L. Blommestein.
[1935] (Naar het herstel der kerk, III/1). – [Anoniem,] Veertig
jaar Bondsgeschiedenis. Bond van Nederlandse predikanten,
1918-1958, s-Grav. 1958.
De kerk en het Woord Gods. In: Het oecumenisch gesprek
der kerken, ‘s-Grav. 1939. 47-56.
Wat is theologie? In: VT, I (1930). 33-37. – In OEV. Een
oude strijd in de nieuwe tijd, IV (1929), 126-135; Het begrip
gemeente. VI (1931), 101-121; De theologische achtergrond
van de Doleantie, XI (1936). 235-255.
L i t. : Reitsma, Lindeboom, Gesch. Herv. Kerk. reg. in v.
– M.L. de Boer (e.a.), Easterein. Easterein 1995 , 68 , 423.
430, 559. – Korte artikelen over Van Deelen: L.H. R[uitenberg].
in: Het Orgaan, XXXVII/11 (nov. 1960), 3; J. Folkerisma.
in: WDt. XVI (6 mei 1967), 137 vlg.; Kerknieuws, 24 mrt.
1967; WDt, XXXIX (1990), 425: Predikant en samenleving,
LXXI (jan. 1994), 2 vlg.