Laat ik beginnen mij voor te stellen. Mijn naam is Lubbert (Lub) Visch. Geboren te Gortel op 30 april 1928.
Mijn vader was Aat Visch, geboren in Gortel op 15 augustus 1885 en overleden op 16 september 1932. Mijn moeder was Maria Bosch ook geboren te Gortel en wel op 13 juni 1893. Zij is overleden op 7 juli 1982 te Vaassen. Beide zijn begraven te Emst. Ik had twee oudere zussen. Gerritje en Annetje.
Ik ben op 18 juni 1952 getrouwd met Evertje (Eef) Prins. Zij is geboren 8 februari 1929. Haar vader was Albert Prins, geboren 16 juni 1895 en overleed op 12 december 1970. Haar moeder was Janna Rozendal, geboren 18 februari 1890 en overleed op 9 februari 1962. Beide zijn begraven in Vaassen
We hebben drie dochters: Marianne, Joanne en Arita Marijke.
Ik ben gedoopt in de Hervormde kerk te Emst. Mijn vader was Gereformeerd en daar Gortel kerkelijk onder de Gereformeerde Kerk te Epe ressorteerde moest mijn vader zijn dochter Gerritje in Epe laten dopen. Mijn vader noch mijn moeder waren belijdende leden. De dominee van Epe stond erop dat mijn ouders eerst belijdenis deden alvorens hun dochter te laten dopen. Mijn ouders waren bereid belijdenis te doen, maar pas nadat hun dochter gedoopt was. Dat mocht niet. Mijn vader is toen naar de dominee van de Hervormde gemeente te Emst gegaan om de doop te vragen. Die wilde wel, als zij beloofden daarna belijdenis te doen. Dat was beloofd. Mijn zuster werd gedoopt en mijn ouders deden op 28 maart 1920 beiden belijdenis des geloofs in de Hervormde Gemeente te Emst.
Had de Eper dominee gehandeld als zijn collega uit Emst, was ik Gereformeerd geweest. En zo loopt het soms in het leven.
Na mijn geboorte woonden we dus nog in Gortel, maar mijn vader was nog maar 47 jaar toen hij stierf en daar wij woonden in een huis van de Houtvesterijen moesten we verhuizen. Mijn moeder vond een huis in Vaassen aan de Kerkweg, dicht bij de kerk en daar begon mijn leven in de Hervormde Gemeente van Vaassen.
Voor we verder gaan even het volgende: Wie wil reageren op mijn verhaal, kan dat doen via e-mail, lvisch@zonnet.nl.
Er mag zonder mijn toestemming niets, op welke wijze dan ook, van mijn verhaal gebruikt worden. Ik hoop dat u dat respecteert.
Waarom doe ik dit? Omdat het kerkelijk leven voor mij meer dan boeiend is. Niet alleen omdat er van alles in en om de kerk gebeurt, zoals de organisatie, de kerkenraad, het beheer en alles daar omheen. Het leeft in de kerk. Letterlijk en dat komt omdat het in de kerk altijd om mensen gaat. En in de eerste plaats om de Heer der kerk, die het ook om de mensen gaat.
Geslachten komen en geslachten gaan. Zij hebben in de kerk geleefd en gewerkt. Het evangelie is er gebracht op vele manieren aan jongen en ouden, door vele predikers. Ik spreek dan nog maar van eigen ervaringen en dat is nog maar ruim een halve eeuw. Ook is het een aaneenschakeling van gebeurtenissen, feiten en mensen. De predikant Ds. W. Vijfvinkel, schreef in Hervormd Vaassen van januari 1991, in het kader van Vaassen 1100 jaar. Het was ter gelegenheid dat Vaassen 1100 jaar geleden een kapel kreeg en daarmee ook het kerkelijk leven in Vaassen is begonnen. Hij schreef: “In gedachten zie ik hen bij het doopvont staan, een eindeloze rij. En de kerk gaat altijd door”. “De kerk is er bij vreugde en verdriet, met al haar eenheid en verdeeldheid”. En zo is het. Het is een werk dat door gewone mensen gedaan wordt in alle gebrekkigheid en niets menselijks is hen vreemd. Het wordt verricht door falende mensen, die dat weten, maar toch bezig zijn in die kerk, omdat ze zich daartoe geroepen voelen. Door predikanten, door ouderlingen en diakenen en niet te vergeten de kerkvoogden die altijd maar weer moeten zorgen dat de gelden bijeen gebracht worden, zodat het kerkenwerk voortgang kan vinden. De kerkvoogden werden vroeger bijgestaan door de notabelen. Dat college is tegenwoordig verdwenen en de kerkvoogden maken nu deel uit van de kerkenraad.