Het orgel werd in 1925 voorzien van pneumatisch tractuur. Dit betekende dat de klavieren en het inwendige helemaal moesten worden vernieuwd. Bij een pneumatisch orgel wordt met het indrukken van een toets direct een ventiel geopend. Hierdoor wordt wind vrijgegeven die via een loden kanaal naar het ventiel van de windlade gaat. Door de verhoging van de druk in het kanaal wordt vervolgens een ventiel in de windlade geopend en zullen de pijpen die bij de ingedrukte toets horen gaan klinken.
Er werd een nieuwe (zak)balg aangebracht en verschillende onderdelen werden nagezien en waar nodig gerepareerd. Door de orgelbouwer werd het orgel van een aantal voorgeprogrammeerde vaste combinaties van registers voorzien. Door één van dergelijke combinaties in te schakelen kon de organist direct in een bepaalde klanksterkte spelen. Er werden dan gelijktijdig één of meer registers ingeschakeld. Zo klinkt bij Piano een enkel zacht register en staan bij Tutti alle registers open.
Verschillende registers werden geheel vernieuwd. Dit waren de Roerfluit 8 voet, Violon 8 voet, Octaaf 2 voet, Cornet 5 sterk, Trompet 8 voet, Viola 8 voet, Voix/Celeste 8 voet, Fluit 4 voet, Subbas 16 voet-registers.
De registers Prestant 8 voet en Holpijp 8 voet werden gedeeltelijk vernieuwd.
Een aantal registers uit het oude orgel waren te slecht om opnieuw te worden gebruikt en werden daarom verwijderd. Dit waren de volgende registers: Quint 3 voet, Woudfluit 2 voet, Mixtuur 2-3-4 sterk uit 2 voet, Sexquialter 3 sterk, Prestant 8 voet, Prestant 4 voet, Flute travers 8 voet, Octaaf 2 voet en Mixtuur 2-3-4 sterk uit 1 voet.
Manuaal |
|
Positief |
|
Bourdon |
16 vt |
Holpijp |
8 vt |
Prestant |
8 vt |
Viola |
8 vt |
Roerfluit |
8 vt |
Voix-Celeste |
8 vt |
Violon |
8 vt |
Fluit |
4 vt |
Octaaf |
4 vt |
|
|
Octaaf |
2 vt |
|
|
Cornet |
5 st |
Pedaal |
|
Trompet |
8 vt |
Subbas |
16 vt |
|
|
||
Pneumatische kegelladen
|
|||
Koppelingen:
Combinatieknoppen verdeeld over 5 knoppen: I. Piano II. Messo Forto III. Forto IV. Tutti V. Oplosser
|